Hersenontwikkeling en werking

Gepubliceerd op 18 september 2025 om 21:41

Invloed van hersenfuncties op gedrag

ADHD is meer dan alleen moeite hebben met concentratie of impulscontrole. Het heeft te maken met de manier waarop bepaalde hersengebieden en chemische boodschappers informatie verwerken. Dit kan invloed hebben op plannen, overzicht houden en omgaan met prikkels. In dit stuk lees je hoe het brein van iemand met ADHD werkt, welke uitdagingen dit kan geven, en hoe structuur en ondersteuning helpen om het brein efficiënt te laten functioneren.

Hoe ADHD het brein beïnvloedt

Bij ADHD werken bepaalde delen van de hersenen op een andere manier. Het planningsgebied, dat helpt om overzicht te houden, taken te organiseren en keuzes te maken, functioneert vaak wat minder efficiënt. Dat kan het moeilijker maken om structuur aan te brengen of taken stap voor stap af te ronden. Tegelijkertijd is het beloningsgebied gevoeliger voor nieuwe en spannende prikkels. Dit zorgt ervoor dat iemand met ADHD sneller afgeleid raakt door dingen die leuk of interessant zijn, terwijl langere, minder spannende taken soms aandacht vragen die moeilijker vol te houden is.

Daarnaast spelen chemische boodschappers, zoals dopamine en noradrenaline, een belangrijke rol. Ze zorgen ervoor dat informatie tussen hersencellen wordt doorgegeven. Bij ADHD verlopen deze signalen soms trager of minder effectief, waardoor het brein sommige dingen anders verwerkt dan bij mensen zonder ADHD. Ook ontwikkelen sommige hersengebieden zich langzamer, wat invloed kan hebben op het plannen, organiseren, beheersen van impulsen en reguleren van emoties.

 

ADHD betekent een ander werkend brein, maar dat kan met steun en structuur prima functioneren.

 

Zo werkt ADHD van binnen

Stel je voor dat het brein een stad is, vol wegen, verkeerslichten en postbodes die berichten rondbrengen. In het brein van iemand met ADHD werkt de stad net even anders dan in andere hersenen.

De verkeerslichten in de stad (het planningsgebied) reageren iets trager. Hierdoor is het moeilijker om overzicht te houden en alles in de juiste volgorde te doen. Je moet soms extra aandacht besteden om te zorgen dat de “auto’s” niet door elkaar rijden.

De motivatiestrook (het beloningsgebied) geeft vaak een luide piep voor alles wat spannend of nieuw is. Daardoor rent de stad sneller naar nieuwe dingen, maar raakt soms de focus op belangrijke taken kwijt.

De postbodes (dopamine en noradrenaline) bezorgen berichten tussen de hersencellen. Bij ADHD lopen de postbodes niet altijd op tijd of soms een andere route, waardoor informatie soms vertraagd aankomt of minder goed verwerkt wordt.

De bouwplaats van de stad (de rijpende hersengebieden) werkt langzamer. Sommige structuren zijn nog niet volledig af, waardoor vaardigheden als plannen, organiseren en impulsen beheersen later op volle snelheid komen.

Gelukkig is de stad niet hulpeloos. Structuur en begeleiding – zoals duidelijke wegen, verkeersborden en hulppostbodes – zorgen dat alles soepeler loopt. Zo kan het brein van iemand met ADHD efficiënt functioneren, ondanks dat sommige gebieden anders werken.

Kortom: ADHD betekent niet dat het brein slecht werkt, maar dat het op een andere manier functioneert. Met begrip, structuur en ondersteuning kan iemand met ADHD leren omgaan met uitdagingen én de sterke kanten van zijn of haar “hersenenstad” benutten.